Al sinds het einde van de middeleeuwen is Edinburgh de hoofdstad van Schotland. Het historische centrum van deze eeuwenoude stad stamt dan ook uit deze tijd. In tegenstelling tot andere Europese steden met een middeleeuws hart zie je hier geen kronkelige straatjes met verschillende pleinen, maar een langgerekte straat (die tegenwoordig Royal Mile heet) waaraan allemaal steegjes (de zogenaamde ‘closes’) zitten. Dit is Edinburgh zoals het zich op de heuvel gevormd heeft. Tot de achttiende eeuw bestond Edinburgh alleen maar uit het fort op Castle Rock. Men was daarom erg inventief met het opvullen van de ruimte. Binnen de zogenaamde closes werden woningen boven elkaar gebouwd om zoveel mogelijk gebruik te maken van de beschikbare ruimte.
Tegenwoordig is Edinburgh een stuk groter. Het inwoneraantal is uitgegroeid tot om en nabij de half miljoen mensen. Glasgow is Edinburgh overigens voorbijgestreefd qua grootte. Glasgow telt bijna zeshonderdduizend inwoners en is ook wat betreft oppervlakte groter. Edinburgh is uitgegroeid tot de populairste stad in Schotland onder stedentrippers. Binnen het Verenigd Koninkrijk is alleen de Engelse hoofdstad Londen populairder onder buitenlandse toeristen. De populariteit van Edinburgh is vrij simpel te verklaren. Het is een sfeervolle, relatief veilige, vrij compacte en ook niet al te dure stedentripbestemming. Het feit dat de oude binnenstad op veel plekken nog de typische sfeer van vroeger uitstraalt en je er prima kunt winkelen maken Edinburgh nog interessanter.
De belangrijkste en meest toeristische straat van Edinburgh, of eigenlijk aaneenschakeling van straten, is de Royal Mile die loopt van het hooggelegen Castle Rock naar het Holyrood Palace. Dit is een koninklijk paleis, vandaar dat deze mijl de ‘koninklijke mijl’ wordt genoemd. Alle straten die deel uitmaken van de Royal Mile zijn Castlehill, Lawnmarket, High Street en Canongate. Naast dat de Royal Mile een verbinding is tussen twee van de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad, brengt het de bezoekers ook langs tal van andere bezienswaardigheden die aan of rond de Royal Mile te vinden zijn.
Een mooie maand om de Royal Mile te bezoeken is de maand augustus en dan wel tijdens het Edinburgh Festival. De naam van dit festival verwijst eigenlijk naar een aantal culturele festivals die op hetzelfde moment plaatsvinden. Veel van de festiviteiten rond de verschillende festivals concentreren zich in het centrum van Edinburgh en dan speciaal op en rond de Royal Mile. Veel van de festiviteiten hebben betrekking op theater, opera en dans. Dit is de bron van het Edinburgh Festival dat al sinds 1947 wordt gehouden. Later kwamen daar een militaire taptoe bij in 1950, een Jazz en Blues Festival in 1978, het Edinburgh international Book Festival sinds 1983, het Edinburgh Mela sinds 1995 en sinds 1999 het Edinburgh Interactive Festival. Deze eeuw zijn er nog een festivals bijgekomen waarmee dit de meest bruisende periode van het jaar is en de Royal Mile ook het meeste leeft, net als de rest van de Schotse hoofdstad.
Mocht je nu niet in augustus in Edinburgh zijn, dan is de Royal Mile met alle waarschijnlijkheid een plek waar je niet omheen kan. Bijna alle trekpleisters liggen aan of in de nabijheid van de Royal Mile. Zo is het museum Camera een leuke plek die je aan kunt doen. Ook mag je de St Giles Cathedral niet overslaan. Wat ook een aparte beleving is, is om deel te nemen aan één van ‘Ghost Tours’ waarbij een gids je brengt langs de plekken waar het zogezegd spookt en dit dan nog opsmukt met fantasierijke verhalen die al jaren door de bevolking worden verteld. Ook winkelen kun je prima op de Royal Mile. Her en der zijn er winkelgebiedjes en leuke winkels te vinden. Zo is Edinburgh een uitstekende plaats om een Schotse outfit te kopen.
Zonder Edinburgh Castle was er waarschijnlijk ook geen Edinburgh. In ieder geval niet zoals we de Schotse hoofdstad tegenwoordig kennen. De geschiedenis van fortificaties begint dan ook al heel wat jaren terug. Reeds in 900 voor Christus leefden hier al mensen. Dat had begrijpelijkerwijs te maken met de natuurlijke strategische ligging van Castle Rock. Het is echter nog wachten tot het jaar 600 dat er voor het eerst vermeldingen zijn van een versterking op deze plek. De eerste versterking was Din Eidyn. Vanaf dan hebben de machthebbende factoren deze plek altijd een belangrijke locatie gevonden vanuit een strategisch oogpunt. Sinds 1093 is er voor het eerst ook sprake van een kasteel op deze locatie. Een andere belangrijk jaar uit de prille geschiedenis van Edinburgh Castle is het jaar 1140 wanneer het Schotse parlement hier voor het eerst samen komt.
Wil je een bezoek brengen aan Edinburgh Castle? Dat kan, want het kasteel is dagelijks geopend voor het publiek. Tegen betaling kun je de bezienswaardigheden binnen Edinburgh Castle bewonderen en genieten van een geweldig uitzicht over Edinburgh.
TIP:
5 dingen die je moet weten als je Edinburgh Castle wilt bezoeken
Diverse oorlogen hebben zich hier gemanifesteerd. Zo viel Eduard I van Engeland in 1296 Schotland binnen en namen zijn manschappen na een belegering van drie dagen Edinburgh Castle in. Op 14 maart 1314 werd het kasteel terugveroverd. Deze oorlogen zijn ook de reden dat veel van de oudere bebouwing vernietigd is. Het grootste deel van het huidige Edinburgh Castle stamt uit zeventiende eeuw. Alleen St Margaret’s Chapel is van een eerdere periode. Deze dateert uit de twaalfde eeuw. Ook waren grote delen van het complex in de jaren voor de zeventiende eeuw opgebouwd uit hout. Dit is nog een reden dat van voor deze periode betrekkelijk weinig bewaard is gebleven.
Eén ding is zeker; het complex brengt je terug naar vervlogen tijden van ridders en machtige koningen. De geschiedenis komt hier heel dichtbij. De oude bouwwerken doen je wanen in een periode die zich afspeelt lang zoor de iPhone en andere moderne zaken. En het jezelf wanen in deze vervlogen tijden zal dan ook wel verstoord worden door mensen die een selfie maken met op de achtergrond het uitzicht over Edinburgh. Gelukkig zijn we tegenwoordig gewend aan deze uitingen van zelfexpressie en laten we ons daar niet meer door storen of doen we er zelfs in meer of mindere mate aan mee.
Als je dit complex bezoekt moet je ook zeker de ‘Crown Room’ bezoeken. Dit is namelijk de plek waar de kroonjuwelen van Schotland worden bewaard. Ook staat hier de plaats waarop de koningen van Schotland traditioneel werden gekroond, de Stone of Scone. Vanaf 1707 werden de kroonjuwelen permanent geborgen in de Crown Room door deze ruimte op een wat meer onvergankelijke manier af te sluiten van de buitenwereld. In 1818 was het sir Walter Scott die met goedkeuring van koning George IV de ruimte weer openbrak waarmee na ruim 100 jaar de juwelen weer zichtbaar werden. Een andere belangrijke plek, naast de prachtige uitzichten over de lagergelegen delen van Edinburgh, is St Margaret’s Chapel. Deze kapel is het oudste nog bestaande deel van het complex en dateert uit de twaalfde eeuw. Ook deze kapel heeft het in de loop der jaren zwaar te verduren gehad. Naast de religieuze voor de hand liggende invulling van de ruimte is ze ook gebruikt als opslag van onder meer buskruit. Deze andere bestemming dan waar ze oorspronkelijk voor was bedoeld begon in de zestiende eeuw en pas in 1853 werd de kapel weer in ere hersteld en kreeg het terug haar oorspronkelijke functie.
Het Holyrood House of Palace is aan de andere zijde van de Royal Mile een start- of eindpunt van deze verbindingswegen tussen het paleis en Castle Rock. Holyrood is de officiële verblijfplaats van de monarch van het Verenigd Koninkrijk. Ooit begon het op deze locatie met de stichting van een klooster in 1128. Lange tijd was de functie als klooster ook de voornaamste functie van het gebouw. Dit duurde tot de vijftiende eeuw toen het een hoofdverblijfplaats werd voor de monarchen van Schotland. Van de tijd van het klooster zijn nog altijd de ruïnes van de abdij te bezoeken. De Augustijnenabdij werd volgens de overlevering gebouwd na een jachtincident met koning David I van Schotland waar op deze locatie de in moeilijkheden geraakte koning werd gered door een hert dat in zijn gewei een verlicht kruis had. Als vorm van dank aan deze goddelijke openbaring liet hij hier in 1126 een klooster bouwen. Nadat het dak van het klooster in de achttiende eeuw instortte, kreeg het gebouw zijn huidige vorm als ruïne.
Het paleis is er gelukkig nog wat beter aan toe en heeft nog altijd een uitstraling die van een vorstelijke woning verwacht mag worden. De geschiedenis van het paleis begint in de vijftiende eeuw wanneer een gasthuis plaats moest maken voor koninklijke residentie. Reeds jaren maakten verschillende monarchen gebruik van dit gastenverblijf waarmee het duidelijk was dat deze locatie voor koningen belangrijk was en meer verdiende. In de loop der eeuwen waren er verschillende koningen die het gebouw lieten uitbreiden. Bovendien kreeg het complex ook wel eens een andere bestemming door de jaren heen. Zo werd het paleis na 1707 gebruikt bij de verkiezing van de Schotse standenvertegenwoordigers. Tegenwoordig is het weer een koninklijk vertrek waarin de huidige Britse vorst hier eenmaal per jaar een week te vinden is in het begin van de zomer. De weken dat de vorst niet aanwezig is in het paleis is deze geopend voor het publiek. Naast de vele vertrekken in het complex is het ook leuk om dan de ‘Queens gallery’ te bezoeken. Hier zijn wisselende exposities van kunst te bewonderen die in het bezit zijn van de koninklijke familie.
De beroemdste hond uit deze regio is ongetwijfeld een Skye terriër die in de negentiende eeuw leefde en luisterde naar de naam Bobby. Dat deze hond beroemd is geworden heeft er mee te maken dat hij onlosmakelijk verbonden was met zijn baasje John Gray. Zelfs na dat deze kwam te overlijden in 1858. Hondstrouw bleef Bobby waken bij zijn graf tot deze overleed in 1872. Bobby was een begrip in de stad en werd verzorgd door de goegemeente die onder andere zijn hondenbelasting betaalde en zorgde dat hij eten en drinken kreeg. Voor het voormalige koffiehuis waar Bobby kon rekenen op zorg staat tegenwoordig zijn standbeeld te pronken. Wil je meer weten over deze opmerkelijke hond dan kun je voor je Edinburgh bezoek meer te weten komen door de film ‘The Adventures of Greyfriars Bobby’ te kijken, een film uit 2006. Ook is er een film over deze hond die dateert uit 1961.
Als je echt een paar eeuwen terug in de tijd wilt dan is Real Mary’s King Close zeker een plaats waar je daarin gaat slagen. Deze ondergrondse web van kleine stegen wordt ook wel ‘Edinburgs diepste geheim’ genoemd. Deze straten diep onder de Royal Mile geven de bezoekers een beeld van Edinburgh in de zeventiende eeuw. Dit wordt gedaan door voorwerpen en situaties tentoon te stellen zoals ze waren in deze tijden. Tezamen met in toenmalige kledij geklede figuranten geeft dit een onvergetelijk beeld van Edinburgh in vervlogen tijden. Naast dat het heel interessant en leerzaam is, is het ook wel een beetje spooky. Dat geeft een bezoek aan Mary’s King Close nog een extra dimensie.
5 tips voor Edinburgh
Onze redacteur Patrick heeft op basis van zijn ervaringen met Edinburgh een top 5 gemaakt van dingen die je ‘moet’ zien en doen als je Edinburgh bezoekt. Met deze vijf tips ontdek je het beste wat Wenen te bieden heeft. In het artikel ‘5x zien en doen in Edinburgh‘ lees je niet alleen wat volgens hem de moeite waard is, maar ook waarom. Daarnaast voorziet hij je van praktische informatie zoals hoe je aan tickets komt of hoe lang je nodig hebt om de hele top 5 voor Edinburgh te ontdekken.
Schotland, en Edinburgh is daar geen uitzondering op, kent een lange geschiedenis van mythen en verhalen rond gebouwen waar het spookt. In Edinburgh zijn er dan ook meer dan genoeg plekken waar enkele van de meest prachtige spookverhalen zich afspelen. Op één van de ‘Haunted Tours’ wordt je door een gids gebracht naar enkele van de meest spookachtige locaties van de Schotse hoofdstad. Het leukste is het natuurlijk om een dergelijke tour te doen als de zon onder is gegaan en de duisternis haar intrede doet. Met een beetje geluk waait er ook nog wat mist van de zee de stad in en liggen de toch al spookachtige begraafplaatsen er dan nog enger bij. Beleef de magie van een goede gids die op opmerkelijke wijze je meeneemt in enkele van de meest enge spookverhalen die er bekend zijn in de Schotse hoofdstad. Zeker de combinatie van een bekwame gids op de juiste locatie doet je af en toe kippenvel bezorgen.
Liefhebbers van musea zullen niet teleurgesteld zijn wanneer zij de Schotse hoofdstad bezoeken. Zo kun je er in het Royal Museum restanten van het beroemde gekloonde schaap Dolly bezoeken. Naast dit soort eigenaardigheden kunnen ook liefhebbers van kunst hun hart ophalen in Edinburgh. Of het nu meer klassieke kunst of hedendaags en alles daartussen; in Edinburgh vind je het. Zo vind je in de National Gallery of Scotland een brede collectie neoklassieke werken en in de Royal Scottish Academy krijgen kunstenaars een voetstuk.
In Edinburgh Castle kom je meer te weten over de Schotse oorlogsgeschiedenis in het National War Museum. Enkele andere bekende musea zijn Het Scottish National Gallery of Modern Art en het Scottish National Portrait gallery. Daarnaast hebben het Museum of Childhood en het John Knox House ook een leuke collectie. Dit is slechts een kleine greep van een breed spectrum aan musea waardoor je meer te weten komt over Schotland en met name Edinburgh op allerlei vlakken.